Susan Abulhawa beschrijft in ‘Ochtend in Jenin’ het leven van vier generaties uit een Arabisch-Palestijnse familie. Hoe zij hun dorp in 1948 moeten ontvluchten na het ontstaan van Israel, en hoe zij en hun nakomelingen proberen hun leven weer op te pakken in een vluchtelingenkamp in Jenin. Hoe diep is de impact van hetgeen hen overkomt op het verdere verloop van hun levens?
De rode draad door het verhaal is een ingrijpende gebeurtenis tijdens de massale tocht naar het vluchtelingenkamp. Dalia Abulheja raakt in de chaos gescheiden van haar jongste zoontje, Isma’iel. Verscheurd door verdriet is zij gedwongen verder te gaan met alleen zoon Joessoef. Isma’iel wordt meegenomen door een Israëlische soldaat, die het kind opneemt in zijn joodse gezin en hem de naam David geeft. Als Joessoef ouder is, besluit hij zich af te zetten tegen de bezetters. Op een dag komt hij oog in oog met de tegenstander te staan. Als Joessoef het litteken op diens wang ziet, beseft hij dat het zijn verloren gewaande broer Isma’iel is. Vanaf dat moment wordt het verhaal verder verteld door het jongere zusje, Amaal, dat na de verdwijning van Isma’iel geboren is.
De schrijfster weet op een pakkende wijze de verschillende emoties tot leven te wekken. Enerzijds een allesomvattende liefde voor elkaar, hun volk en hun land. Anderzijds het intense verdriet en de totale ontreddering over wat hen overkwam. Door de ogen van Amaal wordt het heden en verleden op een prachtige manier samengebracht, en raakt de lezer in de ban van deze familiegeschiedenis. Daardoor kun je dit boek moeilijk wegleggen, en blijft het nog lang in je hoofd spelen.
Deze roman is een herziene editie van Susan Abulhawa’s debuutroman ‘Het litteken van David’. Susan groeide op in het Midden-Oosten en woont nu in Amerika, waar zij artikelen publiceerde over de Palestijnse kwestie.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten